Materialen toewijzen aan geselecteerde onderdelen

mrt 19, 2024

Start

Pro

Omschrijving

De sectie Materiaal op de lintbalk op de werkvloer is in twee secties verdeeld. Beginnend met een materiaallijst aan de linkerkant en aan de rechterkant de knoppen Materiaal en Vervangen. Een materiaal kan alleen aan een onderdeel worden toegevoegd als er een proces zoals Snijden of CNC aan is toegewezen.

Lijst van materialen

De materiaallijst toont alle materialen die aan onderdelen in het huidige model zijn toegewezen. Deze kan worden geopend door op de materiaalnaam te klikken of door het kleine pijltje ernaast te gebruiken. De tweede knop in de lijst opent de Materiaaleditor, zie onderstaande informatie. De laatste knop verwijdert het materiaal uit de materialendatabase behorend bij het huidige model, er worden geen wijzigingen aangebracht in de algemeen gebruikte database.

Het uit de materiaallijst geselecteerde materiaal wordt na het inschakelen van Snijden of CNC op het onderdeel toegepast. Pro-gebruikers kunnen Automatisch nieuw materiaal selecteren inschakelen in de Para-Flex Instellingen, zodat een nieuw geselecteerd materiaal direct wordt toegepast op de geselecteerde onderdelen.

Via de zoekbalk bovenaan de geopende materiaallijst kunt u de resultaten filteren, zodat u gemakkelijker het toe te passen materiaal kunt vinden.

 

Materiaaleditor

De materiaaleditor wordt gebruikt om materialen aan te maken of te bewerken die in het huidige model of de algemene database kunnen worden gebruikt. In de betreffende velden kunt u alle informatie die bij het materiaal hoort, toevoegen (of overschrijven).

Aan het materiaal kan een kleur en eventueel een textuur worden toegekend om snel een indruk te krijgen van de uitstraling. Para-Flex Pro-gebruikers hebben de mogelijkheid om deze kleur of textuur onmiddellijk op het onderdeel in het 3D-model te zien verschijnen.

Om een nieuw materiaal te maken, bewerkt u eenvoudig de bestaande code in het bovenste veld en klikt u op OK. Indien gewenst kunnen andere materiaaleigenschappen worden gewijzigd en moest er een plaatmaat worden toegevoegd.

Om een bestaand materiaal te bewerken, moet u de codenaam hetzelfde houden en alleen andere eigenschappen bewerken (behalve de dikte, zie Voorwaarden hieronder).

Het onderste deel van dit venster wordt gebruikt om specifieke plaatformaten aan het materiaal toe te wijzen.

Als u op OK klikt, wordt het nieuwe of bewerkte materiaal opgeslagen in de lokale database, die wordt opgeslagen in het huidige bestand van het 3D-model. Wanneer je Opslaan in database aanvinkt, wordt het materiaal opgeslagen in de gebruikte algemene database, zodat het in andere ontwerpen of door andere collega’s kan worden gebruikt.

Voorwaarden

– Een materiaal kan alleen aan een onderdeel worden toegevoegd als het proces van snijden of CNC eraan is toegewezen.

– Aan een nieuw materiaal moet minimaal één bordformaat worden toegevoegd voordat het kan worden opgeslagen.

– De diktewaarde van een bestaand materiaal kan niet worden gewijzigd. Bewerk indien nodig de bestaande naam en dikte om een nieuw materiaal te maken.

tip

Het maakt niet uit in welke volgorde je het plaatmateriaal of de kantenafwerking toewijst