De opbouw van het Para-Flex venster

Start Pro

Om je meer op je gemak te voelen bij het gebruik van IronCAD en Para-Flex, is wat basisinformatie erg handig. Dit hoofdstuk laat zien hoe je Para-Flex start en geeft een korte uitleg van het Para-Flex venster.

Para-Flex opstarten

Na de installatie van Para-Flex kan het programma gestart worden vanuit de Add-in menubalk in IronCAD. Zorg ervoor dat het 3D model minimaal één keer is opgeslagen, om de Para-Flex knop te activeren.
De video hieronder laat zien hoe Para-Flex vanuit IronCAD wordt gestart, en is onderdeel van de Para-Flex Guide Playlist op YouTube.

Net als elke andere knop op de gereedschappenbalk, kun je ook Para-Flex toevoegen aan het zogenaamde Quick Acces gedeelte van IronCAD. Op deze manier is de knop altijd direct te benaderen, ongeacht het deel van de menubalk dat actief is.

Het Para-Flex Venster

Ribbon bar/Menubalk

Het bovenste gedeelte van het Para-Flex venster toont een lint met de functies van het programma, gegroepeerd in duidelijke secties. De knoppen worden allemaal beschreven in de corresponderende secties op deze website.
In de bovenrand kan de modus van Para-Flex worden gevonden, gebaseerd op de gebruikte licentie, in dit voorbeeld “Para-Flex CAM”. Andere modi die te zien zijn, zijn “Para-Flex Pro” en “Para-Flex Start”.

Vrijwel alle knoppen op de lintbalk een link naar de specifieke helppagina op deze website. Gebruik CTRL+klik op de knop om meer informatie te zien over de betreffende functie.

Data grid/Gegevensraster

One of the key features of Para-Flex is the clear overview on the project. Most plainly shown by the data grid in the middle of the screen. Dit gegevensraster kan eenvoudig worden aangepast zoals vermeld in het gedeelte Data Grid section. Als de lay-out van het Data grid naar wens is gewijzigd, start Para-Flex dan opnieuw op om de lay-out op te slaan voordat de structuur in het 3D model opnieuw wordt opgebouwd.

Property grid

Alle eigenschappen van het geselecteerde onderdeel worden in dit gedeelte weergegeven. Het toont informatie zoals materiaaltype, dikte en de toegepaste processen. Ook kunnen in bepaalde velden gegevens worden ingevoerd, zoals specifieke overlengte of opmerkingen.